IJsselveer - Rowiq Advies - Deventer

Contact opnemen met ROWIQ Advies

ROWIQ Advies BV
Keulenstraat 10b
7418 ET Deventer

Tel: 085-0433022

e-mail: info@rowiq.nl
www: rowiq.nl
KvK: 69.121.052

Op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten tussen ROWIQ Advies B.V. en een opdrachtgever zijn de algemene voorwaarden van ROWIQ Advies B.V. van toepassing. Onze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

#Wkb Plasterk beantwoord vragen Eerste Kamer schriftelijk

#Wkb Plasterk beantwoord vragen Eerste Kamer schriftelijk
17 mei 2017 ROWIQ Advies
foto plasterk

Minister Plasterk beantwoordt schriftelijk de gestelde vragen uit de Eerste Kamer.

Op 12 april 2017 heeft de Eerste Kamer schriftelijk vragen gesteld over  op handen zijnde Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. In een uitgebreide reactie geeft minister Plasterk antwoord op de vele vragen die de senatoren van de Eerste kamer hebben gesteld. Met deze antwoorden zullen de senatoren hoogstwaarschijnlijk minister Plasterk uitnodigen voor een debat over de voorgenomen aanpassingen in onder andere de Woningwet, Bouwbesluit en het Burgelijk Wetboek.

Antwoorden

In een 30 pagina’s tellend document geeft de minister op een zeer uitgebreide en duidelijke wijze antwoord op de door de politieke partijen gestelde vragen. Onderstaand hebben wij een kort overzicht gemaakt van een paar van deze antwoorden over legeskorting, aansprakelijkheid en onafhankelijkheid.

Het gehele document kunt u hier inzien

Legeskorting

Na invoering van het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen nemen de taken die gemeenten hebben tijdens het vergunningsverleningsproces af omdat de toetsing aan de bouwtechnische voorschriften niet langer door de gemeente wordt uitgevoerd. Deze werkzaamheden verschuiven naar de kwaliteitsborger die hier gedurende het bouwproces op toetst. Gemeenten blijven toetsen op overige aspecten, namelijk welstand, bestemmingsplan, bouwverordening en de veiligheid bij het uitvoeren van bouwwerkzaamheden. De daarmee samenhangende werkzaamheden en leges die initiatiefnemers hiervoor zijn verschuldigd, blijven onverkort bestaan. De totale gemeentelijke werkzaamheden nemen met gemiddeld 35 procent af (zie ook pagina 66 van de memorie van toelichting en de daar genoemde onderzoeken) door het wegvallen van de bouwtechnische toets. Aangezien de leges op verordeningsniveau kostendekkend moeten zijn, is de verwachting dat de leges voor omgevingsvergunningen met deze verschuiving van taken en werkzaamheden gaan dalen.

De verwachting is dat de leges zullen dalen, om te beginnen bij gevolg-klasse 1, en later bij andere bouwwerken die onder het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen zullen vallen. Het onderzoeksbureau Cebeon heeft de daling van de leges in opdracht van mijn ministerie berekend op 156 tot 191 miljoen euro per jaar bij volledige invoering van het stelsel.16 Tegenover deze lagere leges staan weliswaar kosten voor de kwaliteitsborger, maar de verwachting is dat deze het werk gemiddeld efficiënter kan uitvoeren dan gemeenten. Tot slot kan in het nieuwe stelsel het bouwproces ook efficiënter worden ingericht wat ook zal leiden tot lagere kosten en zullen de faalkosten verminderen.

Een en ander kan wel per bouwproject verschillen, afhankelijk van bijvoorbeeld de omvang van het project. Daarnaast bevat het stelsel de prikkel dat bedrijven hun kosten voor kwaliteitsborging kunnen beperken door hun kwaliteit aantoonbaar te maken. Hierdoor kan de toetslast voor de kwaliteitsborger worden beperkt en daarmee de kosten die een kwaliteitsborger in rekening brengt. Ook de aanscherping van de aansprakelijkheid is een prikkel voor bedrijven om zelf in de eigen interne kwaliteitsborging te investeren. Uit proefprojecten blijkt dat bedrijven die zich op het nieuwe stelsel voorbereiden ook in de interne kwaliteitsbeheersingsprocessen investeren. Al met al bevat het stelsel dus stevige prikkels om de betaalbaarheid van het stelsel te garanderen.

Onafhankelijkheid

Nieuw ten opzichte van het huidige stelsel is dat het bevoegd gezag erop mag vertrouwen dat in overeenstemming met de bouwtechnische voorschriften wordt gebouwd, als er wordt gebouwd met toepassing van een toegelaten instrument voor kwaliteitsborging door een ter zake deskundige en onafhankelijke kwaliteitsborger. Die kwaliteitsborger controleert de bouwwerkzaamheden op basis van de voorgeschreven werkwijze in het instrument voor kwaliteitsborging en toetst of het gerede bouwwerk voldoet aan de bouwtechnische voorschriften. Als het bouwwerk voldoet aan de gestelde voorschriften geeft de kwaliteitsborger een verklaring af die de vergunninghouder bij de gereedmelding van het bouwwerk aan het bevoegd gezag overlegt.

Indien het bevoegd gezag toch strijdigheden met de bouwtechnische voorschriften waarneemt, bijvoorbeeld naar aanleiding van informatie van de kwaliteitsborger of klachten van derden, kan het bevoegd gezag zijn handhavingsbevoegdheid inzetten.

De toelatingsorganisatie houdt echter geen toezicht op de kwaliteitsborgers omdat dan een dubbele rol en onduidelijke verantwoordelijkheidsverdeling zou ontstaan tussen de toelatingsorganisatie en de instrumentaanbieders. Gezien het uitgangspunt van het wetsvoorstel dat private partijen zelf verantwoordelijk zijn voor de bouwkwaliteit en omdat de instrumenten voor kwaliteitsborging zijn gemaakt door de instrumentaanbieders, dienen zij erop toe te zien dat de aan de gestelde eisen wordt voldaan. Ook wordt met het private toezicht op de kwaliteitsborgers vermeden dat er vermenging plaats vindt van publieke en private verantwoordelijkheden. De toelatingsorganisatie voert wel onafhankelijk stelseltoezicht uit door het houden van steekproeven op de bouwplaats om te controleren of de toepassing van instrumenten daadwerkelijk leidt tot bouwwerken die voldoen aan de bouwtechnische voorschriften. In situaties waar dit niet het geval blijkt te zijn, zal de toelatingsorganisatie dit doorgeven aan de betreffende instrumentaanbieder met een termijn waarbinnen de instrumentaanbieder het probleem moet hebben opgelost. Indien dit niet gebeurt, kunnen de hierboven beschreven sanctiemogelijkheden worden ingezet.

Section 3

Wat betreft de vragen over de aansprakelijkheid en medeaansprakelijkheid van de gemeente als deze de risicobeoordeling heeft gewogen, is in de eerste plaats relevant dat in dit wetsvoorstel is vastgelegd dat de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het bouwen duidelijker bij bouwpartijen zelf wordt gelegd en niet bij het bevoegd gezag. De risicobeoordeling dient slechts om de informatiepositie van de gemeente te verbeteren in het kader van haar handhavingstaak, wanneer zij op basis van signalen van de kwaliteitsborger of anderen overweegt om tot handhaving over te gaan.

Van aansprakelijkheid van de gemeente voor bouwfouten zal dan ook niet snel sprake zijn. Voor het slagen van een dergelijke aansprakelijkstelling zal vast moeten komen te staan dat een gemeente onrechtmatig heeft gehandeld, dat dit aan de gemeente kan worden toegerekend en dat daardoor schade is ontstaan.

Met de aanscherping van de aansprakelijkheid van de aannemer verbetert de juridische positie van de opdrachtgever in een geschil over een gebrek dat na oplevering aan het licht komt. De opdracht-gever krijgt hiermee een sterkere bewijspositie ten opzichte van de aannemer bij de realisatie van een bouwwerk en is daardoor beter in staat zijn recht te halen indien mocht blijken dat het bouwwerk niet voldoet aan de overeengekomen kwaliteitseisen.