IJsselveer - Rowiq Advies - Deventer

Contact opnemen met ROWIQ Advies

ROWIQ Advies BV
Keulenstraat 10b
7418 ET Deventer

Tel: 085-0433022

e-mail: info@rowiq.nl
www: rowiq.nl
KvK: 69.121.052

Op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten tussen ROWIQ Advies B.V. en een opdrachtgever zijn de algemene voorwaarden van ROWIQ Advies B.V. van toepassing. Onze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

Wet Kwaliteitsborging in Eerste Kamer, de laatste stap, update 1 maart 2017

Wet Kwaliteitsborging in Eerste Kamer, de laatste stap, update 1 maart 2017
22 februari 2017 ROWIQ Advies
eerste kamer der staten generaal

Wet kwaliteitsborging in Eerste Kamer.

Na het mooie snelle stemming van het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is deze doorgespeeld naar het volgende speelveld: De Eerste kamer der Staten Generaal. Door de snelheid van de moderne communicatie heeft het voorstel reeds een dossiernummer ontvangen: kst-799963.

Update 1 maart 2017: 7 maart 2017 behandelt de commissie Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) de procedure rondom de wet kwalitieitsborging voor het bouwen.

Wanneer het voorstel in behandeling wordt genomen is nog niet bekend maar ook dit zal wel snel gaan. Op basis van de laatste planning lopen we nu zo’n zes weken achterop. Toch hoop ik dat de leden en fracties van de Eerste Kamer, op basis van de uitslag in de Tweede Kamer, het tempo er goed in zullen gaan houden. Ik zie op 6 maart 2017 nog wel een gaatje in de agenda voor een (kort) debat en een stemming. (het wordt dus 7 maart)

Onderstaand de tekst van de ingediende tekst van de wet kwaliteitsborging in Eerste kamer.

tekst wet kwaliteitsborging Eerste Kamer

Lees hieronder de gehele tekst, is dat te veel, dan is hij hier ook in pdf.

Eerste Kamer der Staten-Generaal I
Vergaderjaar 2016-2017
34 453 Wijziging van de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en
het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een nieuw stelsel van
kwaliteitsborging voor het bouwen en de versterking van de positie van de
bouwconsument (Wet kwaliteitsborging voor het bouwen)
A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
21 februari 2017
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-
Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de verbetering van de
bouwkwaliteit wenselijk is te regelen dat voor het bouwen van aan te wijzen categorieën
bouwwerken gebruik wordt gemaakt van een toegelaten instrument voor kwaliteitsborging,
dat voor die categorieën bouwwerken de beoordeling door het bevoegd gezag of het
bouwen van het bouwwerk waarop de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft, voldoet aan de bij of krachtens artikel 2 of 120 van de Woningwet gestelde
voorschriften wordt vervangen door een beoordeling of voldaan wordt aan voor de
toepassing van het instrument voor kwaliteitsborging gestelde eisen, en dat de
privaatrechtelijke positie van de opdrachtgever wordt versterkt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-
Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 7a van de Woningwet wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
AFDELING 1A. KWALITEITSBORGING VOOR HET BOUWEN
Paragraaf 1. Instrumenten voor kwaliteitsborging
Artikel 7aa
In deze afdeling wordt verstaan onder:
a. instrument voor kwaliteitsborging: beoordelingsmethodiek die tot doel heeft vast te
stellen of er een gerechtvaardigd vertrouwen bestaat dat het bouwen van een bouwwerk
voldoet aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van
bestuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, en vierde lid, of artikel 120;
b. toelatingsorganisatie: toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw als bedoeld in
artikel 7ak;
2
c. instrumentaanbieder: natuurlijk persoon of rechtspersoon die een aanvraag tot
toelating van een instrument voor kwaliteitsborging tot het stelsel van kwaliteitsborging
voor het bouwen indient bij de toelatingsorganisatie;
d. kwaliteitsborger: natuurlijk persoon of rechtspersoon die met toestemming van de
instrumentaanbieder een toegelaten instrument voor kwaliteitsborging toepast.
Artikel 7ab
1. Bij algemene maatregel van bestuur worden categorieën bouwwerken aangewezen
ten aanzien waarvan het bouwen wordt onderworpen aan een instrument voor
kwaliteitsborging.
2. De aanwijzing van de categorieën bouwwerken geschiedt met inachtneming van de
bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, vastgestelde
gevolgklassen voor de verschillende typen bouwwerken.
3. Voor het bouwen van een bouwwerk dat onder een categorie bouwwerken als
bedoeld in het eerste lid valt, wordt door een kwaliteitsborger een door de
toelatingsorganisatie tot het stelsel van kwaliteitsborging toegelaten instrument voor
kwaliteitsborging toegepast dat afgestemd is op de gevolgklasse waaronder het type
bouwwerk valt.
4. Onverminderd artikel 2, worden bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur,
bedoeld in het eerste lid, regels gesteld met betrekking tot het in gebruik nemen van
bouwwerken als bedoeld in het eerste lid. Tot die regels behoort in ieder geval de
verplichting om voor het in gebruik nemen van het bouwwerk aan het bevoegd gezag een
dossier te overleggen dat inzicht geeft of het gerealiseerde bouwwerk voldoet aan de
voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als
bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, en vierde lid, of artikel 120.
Artikel 7ac
1. Een instrument voor kwaliteitsborging is gericht op de integrale beoordeling van het
bouwen van een bouwwerk aan de voorschriften die zijn gesteld bij of krachtens een
algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, en
vierde lid, of artikel 120, en beschrijft op welke wijze de kwaliteitsborging bij het bouwen
dient te worden ingericht en uitgevoerd om ervoor te zorgen dat in overeenstemming met
deze voorschriften wordt gebouwd.
2. De instrumentaanbieder ziet erop toe dat de toepassing van het instrument voor
kwaliteitsborging plaatsvindt overeenkomstig de in het instrument gestelde eisen aan de
beoordeling en de beschrijving, bedoeld in het eerste lid, en treft de maatregelen die nodig
zijn om een onjuiste toepassing van het instrument tegen te gaan.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld waaraan de
beoordeling en de beschrijving, bedoeld in het eerste lid, minimaal dienen te voldoen.
Deze regels strekken er in ieder geval toe dat in een instrument voor kwaliteitsborging
wordt voorgeschreven:
a. op welke wijze de kwaliteitsborger voorziet in de beoordeling, bedoeld in het eerste
lid;
b. op welke wijze de kwaliteitsborger waarborgt dat de werkzaamheden in het kader
van kwaliteitsborging reproduceerbaar en transparant zijn;
c. in welke gevallen toestemming wordt verleend om het instrument voor
kwaliteitsborging als kwaliteitsborger toe te passen;
3
d. op welke wijze de onafhankelijke uitvoering van de werkzaamheden in het kader van
de kwaliteitsborging wordt gewaarborgd;
e. aan welke minimumeisen voor opleiding en ervaring de personen die de
werkzaamheden in het kader van de kwaliteitsborging uitvoeren, dienen te voldoen;
f. op welke wijze de verantwoordelijkheid voor de toepassing van het instrument voor
kwaliteitsborging is geregeld in de administratieve organisatie van de kwaliteitsborger;
g. welke gegevens en bescheiden beschikbaar moeten zijn voor de toelatingsorganisatie
en de instrumentaanbieder in verband met het toezicht op de goede werking en de juiste
toepassing van het instrument voor kwaliteitsborging;
h. welke gegevens en bescheiden bij de afronding van de werkzaamheden in het kader
van de kwaliteitsborging aan de opdrachtgever dienen te worden verstrekt;
i. op welke wijze de instrumentaanbieder toeziet op de juiste toepassing van het
instrument voor kwaliteitsborging en welke maatregelen worden getroffen om een onjuiste
toepassing van het instrument voor kwaliteitsborging tegen te gaan.
Artikel 7ad
1. De toelatingsorganisatie beslist op aanvraag van de instrumentaanbieder over de
toelating van een instrument voor kwaliteitsborging tot het stelsel van kwaliteitsborging
voor het bouwen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld
met betrekking tot de wijze waarop de aanvraag om toelating van het instrument voor
kwaliteitsborging wordt gedaan, de gegevens die daarbij van de instrumentaanbieder
worden verlangd en de termijn waarbinnen de beschikking op de aanvraag wordt gegeven.
2. De toelatingsorganisatie weigert de toelating van het instrument voor
kwaliteitsborging, indien:
a. het instrument voor kwaliteitsborging niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 7ac,
derde lid, gestelde regels;
b. de instrumentaanbieder in faillissement of surseance van betaling verkeert.
3. Een beschikking tot toelating van het instrument voor kwaliteitsborging vermeldt in
ieder geval de gevolgklasse en het type bouwwerk waarop het instrument is gericht.
Artikel 7ae
1. De toelatingsorganisatie trekt de toelating van een instrument voor kwaliteitsborging
in, indien de instrumentaanbieder daarom verzoekt.
2. De toelatingsorganisatie kan de toelating van een instrument voor kwaliteitsborging
intrekken, indien:
a. de gegevens die met het oog op de toelating zijn verstrekt, zodanig onjuist of
onvolledig blijken, dat op de aanvraag om toelating een andere beslissing zou zijn
genomen, indien bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend
waren geweest;
b. het toegelaten instrument voor kwaliteitsborging niet meer voldoet aan de bij of
krachtens artikel 7ac, derde lid, gestelde regels;
c. de instrumentaanbieder handelt in strijd met het bepaalde in artikel 7ac, tweede lid, of
met een of meer andere uit de toelating van een instrument voor kwaliteitsborging
voortvloeiende verplichtingen;
d. de instrumentaanbieder failliet is verklaard.
3. Indien de toelating van een instrument voor kwaliteitsborging wordt ingetrokken,
blijft het instrument geldig gedurende zes maanden na de datum waarop de beschikking tot
intrekking van de toelating is gegeven, in de gevallen waarin de kwaliteitsborging met
4
toepassing van dat instrument voor die datum is aangevangen. De toelatingsorganisatie kan
een kortere termijn vaststellen of bepalen dat de toepassing van het instrument voor
kwaliteitsborging terstond wordt beëindigd, indien de kwaliteitsborging met toepassing
van het betreffende instrument leidt tot strijdigheden met de voorschriften, die zijn gesteld
bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid,
aanhef en onder a, en vierde lid, of artikel 120.
Artikel 7af
1. De toelatingsorganisatie kan de toelating van een instrument voor kwaliteitsborging
schorsen voor een door haar vast te stellen termijn.
2. De toelating van een instrument voor kwaliteitsborging wordt in ieder geval
geschorst, indien de instrumentaanbieder in surseance van betaling verkeert.
3. De toelatingsorganisatie vermeldt in de beschikking tot schorsing:
a. de reden van schorsing;
b. de termijn waarbinnen geconstateerde tekortkomingen moeten zijn hersteld, en
c. de gevolgen van het achterwege blijven van herstel.
4. Het instrument voor kwaliteitsborging kan gedurende de termijn van schorsing
worden toegepast in de gevallen waarin de kwaliteitsborging met toepassing van dat
instrument voor de datum waarop de beschikking tot schorsing is gegeven, is
aangevangen. De toelatingsorganisatie kan een kortere termijn vaststellen of bepalen dat
de toepassing terstond wordt beëindigd, indien de kwaliteitsborging met toepassing van het
betreffende instrument leidt tot strijdigheid met de voorschriften, die zijn gesteld bij of
krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en
onder a, en vierde lid, of artikel 120.
Artikel 7ag
1. De toelatingsorganisatie kan de instrumentaanbieder een waarschuwing geven,
inhoudende dat door de toelatingsorganisatie geconstateerde tekortkomingen bij de
toepassing van het instrument voor kwaliteitsborging worden onderzocht en dat aan de
toelatingsorganisatie wordt gerapporteerd over de oorzaken van die tekortkomingen en de
wijze waarop deze worden hersteld.
2. In de beschikking tot het geven van de waarschuwing vermeldt de
toelatingsorganisatie de termijn waarbinnen aan de waarschuwing gevolg moet zijn
gegeven.
Artikel 7ah
1. De instrumentaanbieder van een toegelaten instrument voor kwaliteitsborging
verstrekt de toelatingsorganisatie de volgende gegevens:
a. aan welke kwaliteitsborgers hij toestemming heeft verleend het instrument toe te
passen;
b. welke kwaliteitsborgers een waarschuwing hebben gekregen in verband met
tekortkomingen bij de toepassing van het instrument; en
c. ten aanzien van welke kwaliteitsborgers de toestemming om het instrument toe te
passen is geschorst of ingetrokken.
2. De instrumentaanbieder van een toegelaten instrument voor kwaliteitsborging
informeert de toelatingsorganisatie onverwijld over zijn door de rechtbank uitgesproken
faillissement of surseance van betaling.
5
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met
betrekking tot het verstrekken van de gegevens, bedoeld in het eerste lid.
Artikel 7ai
1. De toelatingsorganisatie houdt een register bij van:
a. toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging, met vermelding van de
gevolgklassen en de typen bouwwerken waarop de instrumenten zijn gericht;
b. instrumentaanbieders van de toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging;
c. door de instrumentaanbieder bij of krachtens artikel 7ah, eerste en derde lid,
verstrekte gegevens;
d. aan instrumentaanbieders krachtens artikel 7ag gegeven waarschuwingen;
e. schorsingen van de toelating van instrumenten voor kwaliteitsborging krachtens
artikel 7af;
f. intrekkingen van de toelating van instrumenten voor kwaliteitsborging krachtens
artikel 7ae.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met
betrekking tot de in het register op te nemen gegevens en de verwerking van die gegevens.
3. Het register wordt kosteloos langs elektronische weg ter beschikking gesteld aan een
ieder.
Artikel 7aj
1. De instrumentaanbieder is een vergoeding verschuldigd voor de kosten die
samenhangen met:
a. het behandelen van een aanvraag om toelating van een instrument voor
kwaliteitsborging tot het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen als bedoeld in
artikel 7ad; en
b. het bijhouden van de gegevens in het register, bedoeld in artikel 7ai, eerste lid, onder
a tot en met c.
2. De instrumentaanbieder is een bijdrage verschuldigd in de kosten die verband houden
met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 7ac en artikel 7ah.
3. De toelatingsorganisatie stelt de vergoedingen en de bijdrage, bedoeld in het eerste
en tweede lid, alsmede de wijze van betaling van deze vergoedingen en bijdrage, vast.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met
betrekking tot de toepassing van het eerste tot en met derde lid.
Paragraaf 2. Toelatingsorganisatie
Artikel 7ak
1. Er is een toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw.
2. De toelatingsorganisatie heeft de volgende taken:
a. het beslissen op aanvragen om toelating van instrumenten voor kwaliteitsborging tot
het stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen;
b. het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 7ac
en artikel 7ah;
c. het geven van waarschuwingen met betrekking tot de toepassing van toegelaten
instrumenten voor kwaliteitsborging, het schorsen of het intrekken van toelatingen als
bedoeld in onderdeel a;
6
d. het bijhouden van het register, bedoeld in artikel 7ai;
e. het vaststellen van de vergoedingen en de bijdrage, bedoeld in artikel 7aj, eerste en
tweede lid;
f. het geven van voorlichting over de toepassing van de regels met betrekking tot de
toelating van instrumenten voor kwaliteitsborging tot het stelsel van kwaliteitsborging
voor het bouwen;
g. het monitoren en evalueren van het functioneren van het stelsel van kwaliteitsborging
voor het bouwen.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden
gesteld over de uitoefening van de taken, bedoeld in het tweede lid, en kunnen aan de
toelatingsorganisatie andere taken dan de taken, genoemd in het eerste lid, worden
opgedragen.
Artikel 7al
1. De toelatingsorganisatie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste twee andere leden.
2. De leden worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar en kunnen
eenmalig worden herbenoemd.
Artikel 7am
Onze Minister stelt ten behoeve van de uitoefening van de in artikel 7ak, tweede lid,
bedoelde taken, personeel ter beschikking van de toelatingsorganisatie.
Artikel 7an
1. De kosten van de toelatingsorganisatie die samenhangen met de uitoefening van de in
artikel 7ak, tweede lid, onder a en d, bedoelde taken, worden bekostigd uit de
vergoedingen, bedoeld in artikel 7aj, eerste lid.
2. De kosten van de toelatingsorganisatie die samenhangen met de uitoefening van de in
artikel 7ak, tweede lid, onder b, bedoelde taak, worden deels bekostigd uit de bijdrage,
bedoeld in artikel 7aj, tweede lid, en deels bekostigd door Onze Minister, volgens een bij
of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen verdeelsleutel.
3. De kosten van de toelatingsorganisatie die samenhangen met de uitoefening van de in
artikel 7ak, tweede lid, onder c, f en g, bedoelde taken worden bekostigd door Onze
Minister.
Artikel 7ao
1. De toelatingsorganisatie stelt een bestuursreglement vast.
2. In het bestuursreglement worden de hoofdlijnen van de inrichting en de werkwijze
van de organisatie van de toelatingsorganisatie vastgesteld.
Artikel 7ap
In het jaarverslag, bedoeld in artikel 18 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen,
beschrijft de toelatingsorganisatie tevens de wijze waarop het stelsel van de
kwaliteitsborging voor het bouwen in dat jaar heeft gefunctioneerd.
B
7
Aan artikel 92 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het eerste en tweede lid, zijn met het toezicht op de naleving van het
bepaalde bij of krachtens artikel 7ac en artikel 7ah belast de bij besluit van de
toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw, bedoeld in artikel 7ak, eerste lid,
aangewezen ambtenaren die deel uitmaken van het personeel, bedoeld in artikel 7am. Van
een besluit als bedoeld in de eerste volzin wordt mededeling gedaan door plaatsing in de
Staatscourant.
ARTIKEL II
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.8 wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid een lid
ingevoegd, luidende:
2. Bij de regels, bedoeld in het eerste lid, wordt tevens in elk geval bepaald dat bij een
aanvraag die betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a,
en het een geval betreft als bedoeld in artikel 2.10, derde lid, onder a, een
risicobeoordeling van die activiteit wordt verstrekt.
B
Aan artikel 2.10 worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. Het eerste lid, onder a, is niet van toepassing op:
a. de categorieën bouwwerken ten aanzien waarvan het bouwen krachtens artikel 7ab
van de Woningwet wordt onderworpen aan een instrument voor kwaliteitsborging;
b. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere categorieën bouwwerken.
4. In de gevallen, bedoeld in het derde lid, onder a, wordt de omgevingsvergunning
geweigerd, indien uit de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden niet
blijkt dat wordt voldaan aan de in artikel 7ab, derde lid, van de Woningwet gestelde eisen.
C
Na artikel 8.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8.3a
Op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder a, ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II van
de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, alsmede op enig bezwaar of beroep tegen een
beslissing op een dergelijke aanvraag, blijft artikel 2.10 van toepassing zoals dat luidde op
het tijdstip waarop de aanvraag is ingediend.
ARTIKEL III
Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
8
A
Artikel 754 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.
2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Bij aanneming van een bouwwerk geschiedt een waarschuwing als bedoeld in lid
1 schriftelijk en ondubbelzinnig en wijst de aannemer de opdrachtgever tijdig op de
mogelijke gevolgen voor de deugdelijke nakoming van de overeenkomst. Van dit lid kan
niet ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een
natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
B
Na artikel 757 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 757a
In geval van aanneming van een bouwwerk legt de aannemer bij de kennisgeving dat
het werk klaar is om te worden opgeleverd, bedoeld in artikel 758 lid 1, een dossier aan de
opdrachtgever over met betrekking tot het tot stand gebrachte bouwwerk. Het dossier
bevat gegevens en bescheiden die volledig inzicht geven in de nakoming van de
overeenkomst door de aannemer en de te dien aanzien uitgevoerde werkzaamheden en
bevat in ieder geval:
a. tekeningen en berekeningen betreffende het tot stand gebrachte bouwwerk en de
bijbehorende installaties, en een beschrijving van de toegepaste materialen en installaties,
alsmede de gebruiksfuncties van het bouwwerk;
b. gegevens en bescheiden die nodig zijn voor gebruik en onderhoud van het
bouwwerk.
C
Aan artikel 758 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het derde lid, is bij aanneming van bouwwerken de aannemer
aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij
deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. Van dit lid kan niet ten nadele van
de opdrachtgever worden afgeweken, voor zover de opdrachtgever een natuurlijk persoon
is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. In andere gevallen kan van
dit lid alleen ten nadele van de opdrachtgever worden afgeweken, indien dit uitdrukkelijk
in de overeenkomst is opgenomen.
D
Na artikel 765 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 765a
9
1. Voordat de opdrachtgever gebonden is aan een overeenkomst als bedoeld in artikel
765 dan wel aan een daartoe strekkend aanbod, informeert de aannemer de opdrachtgever
schriftelijk en ondubbelzinnig of en, zo ja, op welke wijze de nakoming van zijn
verplichtingen tot uitvoering van het werk en zijn aansprakelijkheid voor gebreken die aan
hem zijn toe te rekenen door een verzekering dan wel een andere financiële zekerheid is of
zal worden gedekt. Deze informatie wordt op een voor de opdrachtgever duidelijke en
begrijpelijke wijze verstrekt en ziet in ieder geval op de omvang van de verzekering of de
financiële zekerheid, de dekkingsgraad, de looptijd en de som waarvoor de verzekering is
afgesloten dan wel de financiële zekerheid is verstrekt.
2. De in het eerste lid bedoelde informatie vormt een integraal onderdeel van de
overeenkomst.
E
Artikel 768 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde
lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. De aannemer stelt de opdrachtgever uiterlijk twee maanden na het tijdstip van
oplevering, doch niet eerder dan één maand na dat tijdstip, schriftelijk in de gelegenheid
aan te geven of hij van de in artikel 262 van Boek 6 toegekende bevoegdheid gebruik
wenst te maken. De aannemer stuurt hiervan een afschrift aan de notaris.
2. In het derde lid (nieuw) wordt na “het tijdstip van oplevering” ingevoegd: “, indien
hij het afschrift, bedoeld in het tweede lid, heeft ontvangen”.
3. In het vierde lid (nieuw) wordt “vervangende zekerheid” vervangen door: een aan het
depot gelijkwaardige zekerheid.
4. In het vijfde lid (nieuw) wordt “vervangende zekerheid” vervangen door
“gelijkwaardige zekerheid” en “lid 2” door: lid 3.
ARTIKEL IV
Na artikel 217 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt een artikel
ingevoegd, luidende:
Artikel 218
1. De artikelen 758, vierde lid, en 765a van Boek 7 zijn niet van toepassing op
overeenkomsten van aanneming van werk die zijn gesloten vóór de inwerkingtreding van
artikel III van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
2. Op overeenkomsten van aanneming van werk die zijn gesloten vóór de
inwerkingtreding van artikel III van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen is artikel
768 van Boek 7 van toepassing zoals dat artikel luidde ten tijde van het sluiten van die
overeenkomsten.
ARTIKEL V
10
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de
verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL VI
Deze wet wordt aangehaald als: Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
11
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle
ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige
uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Veiligheid en Justitie,