IJsselveer - Rowiq Advies - Deventer

Contact opnemen met ROWIQ Advies

ROWIQ Advies BV
Keulenstraat 10b
7418 ET Deventer

Tel: 085-0433022

e-mail: info@rowiq.nl
www: rowiq.nl
KvK: 69.121.052

Op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten tussen ROWIQ Advies B.V. en een opdrachtgever zijn de algemene voorwaarden van ROWIQ Advies B.V. van toepassing. Onze algemene voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

Wijziging Bouwbesluit 2012 1 januari 2022

Wijziging Bouwbesluit 2012 1 januari 2022
2 januari 2022 ROWIQ Advies

Wijzigingen Bouwbesluit 2012 1 januari 2022

Het Bouwbesluit 2012 voert een aantal wijzigingen door per 1 januari 2022. Onderstaand treft u een opsomming van de wijzigingen in twee delen.

Wijzigingen deel 1

A

Na artikel 1.15a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.15b (waterkerende bouwwerken)

Afdeling 2.1 is niet van toepassing voor zover de eisen betrekking hebben op de mate van waterkerendheid van het bouwwerk of een onderdeel daarvan.

B

Aanpassing Tabel 2.16:

C

Aan artikel 2.18 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het eerste en tweede lid heeft een vloer waarvan een vloerafscheiding als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid, direct is gelegen naast een pad of strook bedoeld voor langzaam verkeer, een vloerafscheiding met een hoogte van ten minste 1,3 m, gemeten vanaf de vloer.

D

Artikel 2.21 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
  2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
  • 2. Bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk geen gebouw zijnde, geldt in afwijking van het eerste lid het in artikel 2.18, zesde lid, aangegeven niveau van eisen.

E

Aanpassing Tabel 2.32

F

Na artikel 2.33 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.33a. markering trap

Een trap als bedoeld in artikel 2.27, is op de bovenste en onderste trederand over de volle breedte voorzien van een markering van ten minste 50 mm met een hoog contrast. De overige treden zijn aan beide zijkanten voorzien van markeringen van ten minste 50 mm met een hoog contrast.

G

Artikel 2.35 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
  2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
  • 2. Een trap als bedoeld in het eerste lid heeft aan beide zijkanten een leuning die aan het begin en aan het einde van de trap ten minste 30 cm horizontaal doorloopt.

H

Aanpassing Tabel 2.91:

I

Na artikel 2.94 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2.94a. Weerstand tegen rookdoorgang: subbrandcompartiment

  • 1. De weerstand tegen rookdoorgang van een subbrandcompartiment naar een ander subbrandcompartiment is Ra, bepaald volgens NEN 6075.
  • 2. De weerstand tegen rookdoorgang van een subbrandcompartiment naar een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert, is Ra, bepaald volgens NEN 6075.
  • 3. De weerstand tegen rookdoorgang van een subbrandcompartiment naar een beschermd subbrandcompartiment, gelegen in een ander subbrandcompartiment, is R200, bepaald volgens NEN 6075.
  • 4. De weerstand tegen rookdoorgang van een subbrandcompartiment naar een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert en naar een liftschacht als bedoeld in artikel 2.84, eerste lid, is R200, bepaald volgens NEN 6075.

Artikel 2.94b. Weerstand tegen rookdoorgang: beschermd subbrandcompartiment

  • 1. De weerstand tegen rookdoorgang van een beschermd subbrandcompartiment naar een ander beschermd subbrandcompartiment is R200, bepaald volgens NEN 6075.
  • 2. De weerstand tegen rookdoorgang van een beschermd subbrandcompartiment naar een subbrandcompartiment is R200, bepaald volgens NEN 6075.
  • 3. De weerstand tegen rookdoorgang van een beschermd subbrandcompartiment naar een subbrandcompartiment is Ra, bepaald volgens NEN 6075.
  • 4. De weerstand tegen rookdoorgang van een beschermd subbrandcompartiment naar een besloten ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert is R200, bepaald volgens NEN 6075.

J

Artikel 2.95 komt te luiden:

Artikel 2.95. Verbouw

  • 1. Op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk zijn de artikelen 2.92 tot en met 2.94b van overeenkomstige toepassing, waarbij in plaats van het in die artikelen aangegeven niveau van eisen wordt uitgegaan van het rechtens verkregen niveau.
  • 2. In afwijking van het eerste lid is op het gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk het niveau van eisen van toepassing zoals aangegeven in artikel 2.94b, vierde lid. Dit geldt ook voor een beschermde route.

K

Artikel 2.104, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. In onderdeel a wordt «op die route zijn aangewezen» vervangen door «en nevengebruiksfuncties daarvan voor personen bereikbaar zijn door het trappenhuis».
  2. In onderdeel b wordt «die op de route zijn aangewezen» vervangen door «en nevengebruiksfuncties daarvan die voor personen bereikbaar zijn door het trappenhuis».

L

Aanpassing Tabel 2.101:

M

Artikel 2.107 wordt als volgt gewijzigd:

Het eerste en derde lid vervallen, onder vernummering van het tweede lid tot eerste lid en onder vernummering van het vierde tot en met het twaalfde lid tot tweede tot en met tiende lid.

N

Na artikel 2.107 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.107a. Inrichting vluchtroute: weerstand tegen rookdoorgang

  • 1. De weerstand tegen rookdoorgang van een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert naar een in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert is Ra, bepaald volgens NEN 6075.
  • 2. De weerstand tegen rookdoorgang van een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert naar een in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert is R200, bepaald volgens NEN 6075.
  • 3. De weerstand tegen rookdoorgang van een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert naar een in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert is Ra, bepaald volgens NEN 6075.
  • 4. De weerstand tegen rookdoorgang van een besloten ruimte waardoor een extra beschermde vluchtroute voert naar een in de vluchtrichting aansluitend besloten trappenhuis waardoor een extra beschermde vluchtroute voert is R200, bepaald volgens NEN 6075.
  • 5. De weerstand tegen rookdoorgang tussen de twee ruimten, bedoeld in artikel 2.106, eerste lid, is R200, bepaald volgens NEN 6075.

O

In artikel 2.108 vervalt het tweede lid onder vernummering van derde tot tweede lid.

P

Na artikel 2.108 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.108a. Doorstroomcapaciteit bij opvangcapaciteit

  • 1. Op een gedeelte van een vluchtroute, gelegen buiten het subbrandcompartiment waarin de vluchtroute begint, kan van artikel 2.108 worden afgeweken als de personen die zijn aangewezen op dat gedeelte en eventueel daarop volgende gedeelten van de vluchtroute het aansluitende terrein kunnen bereiken binnen:
    • a. 30 minuten als dat gedeelte van de vluchtroute een veiligheidsvluchtroute is;
    • b. 20 minuten als dat gedeelte van de vluchtroute een extra beschermde vluchtroute is die in de vluchtrichting alleen wordt bereikt door een afzonderlijke ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert met een lengte van ten minste 2 m; of
    • c. 15 minuten als dat gedeelte van de vluchtroute een andere vluchtroute is.
  • 2. De opvang- en doorstroomcapaciteit van de in het eerste lid bedoelde gedeelten van de vluchtroute is zodanig dat het bedreigde subbrandcompartiment waarin een vluchtroute begint binnen 1 minuut na aanvang van het vluchten kan worden verlaten.
  • 3. De opvang- en doorstroomcapaciteit van de in het eerste lid bedoelde gedeelten van de vluchtroute is zodanig dat elke ruimte, maar geen trappenhuis, op dezelfde bouwlaag als het bedreigde subbrandcompartiment:
    • a. binnen 3,5 minuten na aanvang van het vluchten kan worden verlaten; of
    • b. binnen 6 minuten als:
      • 1°. de volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag of brandoverslag naar deze ruimte vanuit het bedreigde subbrandcompartiment ten minste 30 minuten is; en
      • 2°. de volgens NEN 6075 bepaalde weerstand tegen rookdoorgang naar deze ruimte vanuit het bedreigde subbrandcompartiment, of vanuit elke ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert die in de vluchtrichting uitkomt in deze ruimte, R200 is.
  • 4. Bij toepassing van het eerste tot en met derde lid gelden de volgende uitgangspunten:
    • a. berekeningen worden uitgevoerd in tijdstappen van 30 seconden;
    • b. bij het begin van het vluchten wordt aangenomen dat alle personen in het subbrandcompartiment zich nabij de uitgangen van dat compartiment bevinden en tegelijkertijd beginnen te vluchten;
    • c. vluchtroutes worden tijdens het vluchten alleen in een richting benut;
    • d. door doorgangen en over trappen voeren de vluchtroutes niet in tegenovergestelde richting;
    • e. bij samenkomende vluchtroutes wordt de beschikbare doorstroom- en opvangcapaciteit op de volgende wijze verdeeld:
      • 1°. bij samenkomst in een trappenhuis wordt 50% van de beschikbare capaciteit toegedeeld aan het bovengelegen deel van het trappenhuis. De resterende 50% wordt verdeeld over de doorstroomcapaciteit van de toegangen op die bouwlaag tot het trappenhuis;
      • 2°. bij samenkomst in een ruimte, maar geen trappenhuis, wordt de capaciteit evenredig verdeeld over de doorstroomcapaciteit van de toegangen tot die ruimte; en
      • 3°. als de beschikbare opvang- en doorstroomcapaciteit van de ruimte vanuit een of meer toegangen van die ruimte of het bovengelegen deel van het trappenhuis niet volledig wordt benut, wordt de restcapaciteit op de onder 1° en 2° beschreven wijze verdeeld over de resterende toegangen en het bovengelegen deel van het trappenhuis;
    • f. het hoogteverschil tussen bouwlagen in het trappenhuis is ten minste 2,1 m en ten hoogste 4 m;
    • g. de daalsnelheid is 30 seconden per bouwlaag voor zover de vluchtroute over een trap of door een trappenhuis voert;
    • h. de opvangcapaciteit van een trap is 0,5 persoon per trede, voor zover de breedte van de trap niet groter is dan 1,1 m;
    • i. de opvangcapaciteit van een trap is 0,9 persoon per trede per m breedte van die trede, voor zover de breedte van de trap groter is dan 1,1 m en de breedte van het tredevlak groter is dan 0,17 m;
    • j. de opvangcapaciteit van een vloer of hellingbaan is ten hoogste vier personen per m2 vrije vloeroppervlakte;
    • k. het gestelde in artikel 2.108, waarbij voor «personen» wordt gelezen: personen per minuut;
    • l. het gestelde in artikel 6.25, derde lid, waarbij voor «37 personen» wordt gelezen: 37 personen per minuut;
    • m. in afwijking van onderdeel l geldt het gestelde in artikel 6.25, derde lid, onverkort als in de ruimte voor de deur tijdens een tijdstap meer dan 37 personen aanwezig zijn;
    • n. brand ontstaat niet op twee of meer plaatsen tegelijk;
    • o. in ieder subbrandcompartiment kan brand ontstaan; en
    • p. de opvang- en doorstroomcapaciteit van vluchtroutes die door het bedreigde subbrandcompartiment voeren blijven buiten beschouwing.
  • 5. Bij toepassing van het vierde lid, onder j, geldt voor een bijeenkomstfunctie een opvangcapaciteit van ten hoogste twee personen per m2 vrije vloeroppervlakte als bij een tijdstap als bedoeld in het vierde lid, onder a, in een ruimte als bedoeld in het derde lid meer dan 200 personen aanwezig zijn en die ruimte niet door alle personen binnen 3,5 minuten kan worden verlaten.

Q

Aanpassing Tabel 3.48:

R

Artikel 3.51 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid vervalt «verdunningsfactor van de uitstoot van een afvoervoorziening voor luchtverversing en van een» en wordt na «afvoervoorziening voor rookgas» ingevoegd «en de volgens NEN 2757 bepaalde verdunningsfactor van de uitstoot van een afvoervoorziening voor luchtverversing».
  2. Er wordt, onder vernummering van vierde tot vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
  3. Een uitmonding van een voorziening voor de afvoer van rookgas voor een verbrandingstoestel voor vaste brandstoffen ligt boven het dakvlak.

S

Aanpassing Tabel 4.21

T

Artikel 4.27 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het derde lid, wordt «ten minste een toegang» vervangen door «alle toegangen».
  2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
  • 6. Op ten minste een route tussen de vloer ter plaatse van de toegang van een gebouw zonder een toegankelijkheidssector en het aansluitende terrein is een hoogteverschil groter dan 0,02 m, gemeten vanaf de afgewerkte vloer, overbrugd door een hellingbaan. Het hoogteverschil tussen die toegang en het aansluitende terrein is niet groter dan 1 m.

U

In artikel 5.9, eerste lid, wordt «van ten hoogste 1» vervangen door «van ten hoogste 0,8».

V

Aanpassing Tabel 6.19:

W

Aan artikel 6.21 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Een bestaande woonfunctie heeft op iedere bouwlaag met een verblijfsruimte of met een besloten ruimte waardoor een vluchtroute voert tussen de uitgang van een verblijfsruimte en de uitgang van de woonfunctie een rookmelder die voldoet aan EN 14604. Deze eis is niet van toepassing tot 1 juli 2022.

X

Aanpassing Tabel 6.22

Y

Aan artikel 6.26 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 5. Een toegangsdeur van een woonfunctie is alleen zelfsluitend bij brand in de woonfunctie of het woongebouw waarin de woonfunctie is gelegen.
  • 6. Het eerste en vijfde lid zijn ook van toepassing bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk of wijziging van de gebruiksfunctie van een bouwwerk of een gedeelte daarvan naar een woonfunctie.

Z

Artikel 6.48, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Een bouwwerk met een toegankelijkheidssector, een woongebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, derde lid, en een gebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, zesde lid, zijn vanaf de openbare weg toegankelijk voor personen met een functiebeperking.

AA

In artikel 6.49, eerste lid, wordt na «van een toegankelijkheidssector van een gebouw» ingevoegd «, een woongebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, derde lid, of een gebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, zesde lid,».

AB

In artikel 9.2 worden, onder vernummering van het negende, tiende, elfde, elfde, twaalfde, en dertiende lid tot elfde tot en met zestiende lid, twee leden ingevoegd, luidende:

  • 9. Op een route vanaf de openbare weg naar een woongebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, derde lid, die is aangelegd voor 1 januari 2022, en op een route vanaf de openbare weg naar een woongebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, zesde lid, die is aangelegd voor 1 juli 2021, of waarvoor voor de genoemde data een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend, zijn de artikelen 6.48 en 6.49 niet van toepassing.
  • 10. Op een bouwwerk met een toegankelijkheidssector blijven de artikelen 6.48 en 6.49 van toepassing zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip waarop artikel II, onderdeel AA, van het Besluit houdende aanpassing van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met het regelen van de veiligheidscoördinator directe omgeving en enkele andere wijzigingen in werking treedt.

Hierdoor is er dus een nieuwe versie van het Bouwbesluit maar ook een nieuwe versie van de regeling Bouwbesluit. Klik op de onderstaande buttons voor de integrale versie van 1 juli 2021.

Deze aanpassingen hebben invloed op organisaties die bouwplannen ontwikkelen, vergunnen, uitvoeren, inspecteren, borgen.

Wijzigingen Bouwbesluit 2012 per 1 januari 2022 deel 2

A

Artikel 2.94 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het opschrift vervalt «en rookdoorgang».
  2. Het eerste lid komt te luiden:
  • 1. De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag van een subbrandcompartiment naar een beschermd subbrandcompartiment, gelegen in een ander subbrandcompartiment, is ten minste 20 minuten, waarbij voor de bepaling van de brandwerendheid van de scheidende functie van een scheidingsconstructie alleen rekening wordt gehouden met het beoordelingscriterium vlamdichtheid van de afdichting.

B

Aanpassen Tabel 2.91:

C

Aanpassen Tabel 2.101:

D

Artikel 2.107 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het vijfde lid wordt «zesde lid» vervangen door «vierde lid».
  2. In het zevende lid wordt «achtste lid» vervangen door «zesde lid».

E

Aanpassing Tabel 5.1B:

F

Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het vijfde lid komt te luiden:
  • 5. In aanvulling op het vierde lid voldoet bij een ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 2 van de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen waarbij een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming of ruimtekoeling of een combinatie daarvan wordt geplaatst, gedeeltelijk vernieuwd, veranderd of vergroot, een gebruiksfunctie aan een minimumwaarde hernieuwbare energie van 30 x (Aroof / Ag;tot) kWh/m2.jr, bepaald volgens NTA 8800, waarbij Aroof / Ag;tot ten hoogste 1,0 is.
  1. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
  • 6. Het vijfde lid is niet van toepassing op een bouwwerk:
    • a. voor zover artikel 5.5 van toepassing is;
    • b. dat is aangesloten of aantoonbaar binnen drie jaar na de renovatie wordt aangesloten op een warmtenet als bedoeld in artikel 1 van de Warmtewet;
    • c. voor zover het als gevolg van locatiegebonden omstandigheden of bouwtechnische belemmeringen niet mogelijk is aan de minimumwaarde voor hernieuwbare energie te voldoen; of
    • d. waarbij de maatregelen die nodig zijn om aan de minimumwaarde voor hernieuwbare energie te voldoen een terugverdientijd hebben van meer dan 10 jaar, mits de maximale hoeveelheid hernieuwbare energie wordt gerealiseerd die mogelijk is met maatregelen die een terugverdientijd hebben van ten hoogste 10 jaar.
  • 7. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over het in dit artikel bepaalde.

G

In artikel 9.2, negende lid, wordt «woongebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, zesde lid,» vervangen door «gebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, zesde lid,» en wordt «verleend» vervangen door «aangevraagd».

Niet alle artikelen treden op 1 januari 2022 in werking:

Onderdelen A, B, C, D en G, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, met dien verstande dat onderdeel G terugwerkt tot en met 1 juli 2021.

Onderdelen E en F, treedt in werking met ingang van 1 februari 2022.